Samstag, 17. Dezember 2011

De hulpweerkwoorden


het hulpweerkwoord das Hilfszeitwort the auxiliary verb

 
zijn – sein – to be


presens
imperfectum
ik
ben
was
je/ jij
bent
was
u
bent
was
hij/zij/ het
is
was
we/wij
zijn
waren
jullie
zijn
waren
u
bent
was
ze/zij
zijn
waren

                   
                  
hebben - haben – to have                                    
                  

presens
imperfectum
ik
heb
had
je/jij
hebt
had
u
hebt/heeft
had
hij/zij/het
heeft
had
we/wij
hebben
hadden
jullie
hebben
hadden
u
hebt/heeft
had
ze zij
hebben
hadden

Keine Kommentare:

Kommentar veröffentlichen