Verben mit zijn Quiz

Mehr IQ Tests und andere Quizzes!

Kleidung Quiz

Mehr IQ Tests und andere Quizzes!

Clothing Kleidung kleding

hat der Hut de hoed

cap die Mütze de pet

scarf der Schal de sjaal

blouse die Bluse de blouse

vest die Weste het vest

turtleneck (sweater)der Rollkragenpullover (Rolli) de coltrui

sweater der Pullover de trui

skirt der Rock de rok

dress das Kleid de jurk

shirt das Hemd het overhemd

tie die Krawatte de das

T-shirt das T-Shirt het T-shirt

jacket die Jacke het jasje

trousers die Hose de broek

jeans die Jeans de spijkerbroek

belt der Gürtel  de riem

coat der Mantel de jas

glove der Handschuh de handschoen

sock die Socke de sok

boot der Stiefel de laars

shoe der Schuh de schoen

clothing die Kleidung de kleding

OnregelmatigeVerben Unregelmäßige Verben

OnregelmatigeVerben Unregelmäßige Verben

Infinitiv	Präteritum	Partizp Perfekt	Deutsch
bakken	bakte	gebakken	backen
bezoeken	bezocht	bezocht	besuchen
braden	braadde	gebraden	braten
brengen	bracht	gebracht	bringen
brouwen	brouwde	gebrouwen	brauen
denken	dacht	gedacht	denken
doen	deed	gedaan	tun
durven	durfde (dorst)	gedurfd	wagen, sich trauen
erven	erfde	georven (geërfd)	erben
eten	at, aten	gegeten	essen
geven	gaf	gegeven	geben
hangen	hing	gehangen	hängen
heffen	hief	geheven	heben
heten	heette	geheten	heißen
hoeven	hoefde	gehoeven	brauchen
houden	hield	gehouden	halten
kopen	kocht	gekocht	kaufen
lachen	lachte	gelachen	lachen
malen	maalde	gemalen	mahlen
moeten	moest	gemoeten	müssen, sollen
plegen	placht (pleegde)	gepleegd	pflegen
scheiden	scheidde	geschreiden	trennen
slaan	sloeg	geslagen	schlagen
spannen	spande	gespannen	spannen
staan	stond	gestaan	stehen
verbannen	verbande	verbannen	verbannen
verliezen	verloor	verloren	verlieren
verstaan	verstond	verstaan	verstehen
vouwen	vouwde	gevouwen	falten
vragen	vroeg	gevraagd	fragen, bitten
vriezen	vroor	gevroren	frieren
waaien	waaide (woei)	gewaaid	wehen
wassen	waste	gewassen	waschen
weten	wist	geweten	wissen
weven	weefde	geweven	weben
wreken	wreekte	gewroken	rächen
zeggen	zei	gezegd	sagen
zieden	ziedde	gezoden	sieden; kochen (v. Wut)
zien	zocht	gezocht	sehen
zoeken	zocht	gezocht	suchen
zouten	zoutte	gezouten	salzen

Countries Länder Landen

Countries of Europe Länder in Europa Landen in Europa

Albania Albanien Albanië

Andorra Andorra Andorra

Austria Österreich Oostenrijk

Belarus Weißrussland Belarus, Wit-Rusland

Belgium Belgien België

Bosnia and Herzegovina Bosnien und Herzegowina Bosnië en Herzegovina

Bulgaria Bulgarien Bulgarije

Croatia Kroatien Kroatië

Cyprus Zypern Cyprus

Czech Republic Tschechien Tsjechië

Denmark Dänemark Denemarken

Estonia Estland Estland

Finland Finnland Finland

France Frankreich Frankrijk

Germany Deutschland Duitsland

Greece Griechenland Griekenland

Hungary Ungarn Hongarije

Iceland Island IJsland

Ireland Irland Ierland

Italy Italien Italië

Kosovo der/das Kosovo Kosovo

Latvia Lettland Letland

Liechtenstein Liechtenstein Liechtenstein

Lithuania Litauen Litouwen

Luxembourg Luxemburg Luxemburg

Macedonia Mazedonien Macedonië

Malta Malta Malta

Moldova Moldawien Moldavië

Monaco Monaco Monaco

Montenegro Montenegro Montenegro

the Netherlands die Niederlande Nederland

Norway Norwegen Noorwegen

Poland Polen Polen

Portugal Portugal Portugal

Romania Rumänien Roemenië

Russia Russland Rusland

San Marino San Marino San Marino

Serbia Serbien Servië

Slovakia die Slowakei Slowakije

Slovenia Slowenien Slovenië

Spain Spanien Spanje

Sweden Schweden Zweden

Switzerland die Schweiz Zwitserland

Turkey die Türkei Turkije

Ukraine die Ukraine Oekraïne

the United Kingdom (of Great Britain and Northern Ireland) das Vereinigte Königreich (Großbritannien und Nordirland)  het Verenigd Koninkrijk (van Groot-Brittannië en Noord-Ierland)

Vatican City der Vatikan het Vaticaan

GEOGRAPHY GAME

Het bepaalde lidwoord

Der bestimmte Artikel - the Definite Article

Sächliche Substantive und Verkleinerungsformen haben het
Neuter nouns and diminutives have het



het huis das Haus the house
het meisje das Mädchen the girl




Feminine und maskuline Substantive im Singular und alle Substantive im Plural haben de
Feminine and masculine nouns in singular and all nouns in plural have got de

de vrouw die Frau the woman
de man der Mann the man

de vrouwen die Frauen the women
de mannen die Männer the men
de huisen die Häuser the houses
de meisjes die Mädchen the girls