de kachel der Ofen ... die Kachel de tegel, de haardsteen
het kleinkind das Enkelkind ... das Kleinkind de peuter
hij kocht, gekocht er kaufte, gekauft ...
er kocht hij kookt gekocht gekookt
er kocht hij kookt gekocht gekookt
de koks die Köche (pl.)... der Koks de cokes; das Koks de cocaïne
malen mahlen ... malen schilderen
het Meer der See ... das Meer de zee
proeven probieren, kosten, versuchen ...
prüfen onderzoeken, keuren
prüfen onderzoeken, keuren
de reden der Grund ... reden praten
het rund das Rind ... rund rond
schattig niedlich, süß ... schattig schaduwrijk
slim schlau ... schlimm erg
het tafel der Tisch ... die Tafel het bord
verzoeken bitten, auffordern... versuchen proberen
de verflucht der Farbgeruch ... verflucht vervloekt
de vrijer der Liebhaber ... der Freier de klant van een prostituee
het/de vuilnis der Müll ... die Fäulnis de (ver)rotting
de zee das Meer, die See ... der See het meer
zeldzaam selten ... seltsam raar
de ziel die Seele ... das Ziel het doel
de zucht die Sucht; der Seufzer ...
die Sucht de verslaving; die Zucht de fokkerij
die Sucht de verslaving; die Zucht de fokkerij